Rode Lijst Vaatplanten 2012

Sparrius, L.B., B. Odé & R. Beringen. 2014. Basisrapport voor de Rode Lijst Vaatplanten 2012. FLORON Rapport 57. FLORON, Nijmegen.

 

In 2014 verscheen een voorstel voor de nieuwe Rode Lijst van de wilde planten in Nederland. Ten opzichte van de vorige Rode Lijst uit 2000 gaat het iets beter met deze groep soorten. De lijst met bedreigde planten is in 10 jaar 20 soorten (2%) korter geworden. Met name door natuurontwikkeling en natuurbeheer zijn soorten als Teer guichelheil en Moeraswolfsklauw weer terug op het niveau van 1950. Toch mogen we niet te vroeg juichen, want deze soorten zullen voor hun voorkomen afhankelijk blijven van gericht natuurbeheer.

 

 

Het gaat voorzichtig de goede kant op met de vaatplanten in Nederland, blijkt uit het Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst vaatplanten 2012, dat FLORON heeft gemaakt in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Op de nieuwe lijst zijn 530 soorten bedreigd, 37% van de in totaal 1432 wilde plantensoorten die in ons land voorkomen. 37 soorten worden als uitgestorven beschouwd. Er zijn ten opzichte van tien jaar geleden drie soorten extra uitgestorven (Akkerzenegroen, Bosboterbloem en Klein slijkgras). Aan de andere kant komen zes soorten nu wel weer in het wild voor, namelijk Rood bosvogeltje, Brede raai, Wilgalant, Akkerviltkruid, Smal longkruid en Geoorde veldsla.

Planten hebben geprofiteerd van natuurherstelmaatregelen, natuurontwikkelingsprojecten en beheermaatregelen. Een duidelijke categorie soorten die hiervan geprofiteerd hebben zijn de soorten van pioniersituaties langs vennen en in de natte heide. Dankzij plagbeheer zijn o.a. Kleine zonnedauw, Moeraswolfsklauw en Bruine snavelbies toegenomen; ze staan niet meer op de Rode Lijst. Dit is ook het geval bij mossen uit deze biotopen.

Achteruitgang
Hoewel er ten opzichte van 10 jaar terug verbeteringen zijn heeft de grote achteruitgang al eerder plaatsgevonden. Verliezers zijn te vinden in voedselarme ecosystemen, zoals hoogvenen, schrale graslanden, onbemeste akkers en kalkrijke bossen. Daarnaast zijn kweldersoorten afgenomen, o.a. door het afsluiten van zeearmen. Voor de meeste soorten van deze ecosystemen wordt het niveau van 1950 (het referentiejaar voor de Nederlandse Rode Lijst) lang niet gehaald. Stikstof uit landbouw en verkeer heeft nog steeds grote invloed op dit soort vegetaties, waardoor o.a. vergrassing op kan treden en bijzondere soorten worden verdrongen. In het buitengebied heeft zich een gestage achteruitgang van bloemrijke graslanden en wegbermen voltrokken. Hierdoor staan opvallende soorten zoals Beemdkroon, Kleine ratelaar en Korenbloem op de Rode Lijst.

Inzaaien
Op veel plaatsen wordt het verlies aan bloemrijke wegbermen gecompenseerd door het inzaaien van bijzondere soorten. Dit heeft soms tot gevolg dat de soorten terugkomen. Harige ratelaar heeft zich hierdoor bijvoorbeeld flink uitgebreid in het rivierengebied en de Randstad. Toch is lukraak inzaaien van bloemenmengsels niet de manier om al deze soorten duurzaam te beschermen. Beter is het om maaibeheer gericht op verschraling, zoals in de jaren tachtig populair was, in ere te herstellen.

Rapport en bijlagen

Download het rapport met het basisrapport voor de Rode Lijst (pdf)

Download de standaardlijst met Rode Lijst Vaatplanten (Excel)

Download alleen de Rode Lijstsoorten en een vergelijking met de Rode Lijst 2000 (Excel)

Dutch Red List of Vascular Plants 2012 according to IUCN criteria (Excel)


Publicatie in de Staatscourant
Deze Rode Lijst is op 15 oktober 2015 gepubliceerd in de Staatscourant. Sinds 1-1-2016 is dit de geldige Rode Lijst voor vaatplanten.
 

De meest bedreigde plantensoorten

De Rode Lijst noemt ook de meest bedreigde soorten van Nederland: Scherpkruid, Kranskarwij, Groene nachtorchis, Lange zonnedauw, Beklierde ogentroost, Zinkschapengras, Duitse brem, Vogelnestje, Weidekervel-torkruid, Kraagroos, Steenbraam, Herfstschroeforchis en Trosgamander. Van de meeste van deze soorten beslaat de totale Nederlandse populatie niet meer dan een paar honderd planten. FLORON zal zich de komende jaren inspannen om deze soorten voor toekomstige generaties te behouden.

Oorzaken van achteruitgang

 

Stikstof uit landbouw en verkeer is één van belangrijkste sturende factoren in de vegetatie. De grafiek hierboven laat zien dat planten die onder stikstofarme omstandigheden groeien (links) afnemen, terwijl planten die van voedselrijke omstandigheden houden toenemen. Er is een vrijwel lineair verband.

 

Terug van weggeweest

Eén van de soorten waar het goed mee gaat is Teer guichelheil. Dit kleine plantje was lange tijd vooral beperkt tot natte duinvalleien. Door natuurherstel in het binnenland is de soort op veel plekken teruggekeerd waar deze in de periode 1950-1975 verdwenen was. De soort staat nu niet meer op de Rode Lijst, maar beheer blijft nodig om de soort in stand te houden.

Teer guichelheil - foto: Adrie van Heerden





Privacybeleid© 2024 FLORON
Naar boven