Wat doet FLORON met muurplanten?
Wie heeft er tijdens een vakantie in Frankrijk of Italië geen kerken, kastelen en ruïnes bezocht en geslenterd langs oude stadsmuren? Deze bouwwerken zijn niet alleen erg fraai vanwege de cultuurhistorie, architectuur en ligging in het landschap, maar ook vanwege de botanische rijkdom. Muurplanten dragen tevens bij aan de romantische sfeer in oude steden en dorpjes.
Ook in Nederland zorgt de muurflora voor verfraaiing van het stedelijk gebied en een toename van de biodiversiteit. Om van de natuur te genieten hoef je de stad niet uit. Muurplanten zijn te vinden op oude vestigingwerken, stadswallen, gracht- en kademuren, kastelen, waterputten en zelfs op oude tuinmuren. En in Maastricht gaat de botanische rijkdom samen met het voorkomen van een voor ons land bijzondere reptiel, de muurhagedis.
Een bijzonder leefgebied
Muurvegetaties komen in ons land voor op stenige, steile tot verticale standplaatsen. Van nature groeien ze op rotsen van gebergten. Tussen de voegen van oude verweerde muren vinden ze op onze menselijke bouwwerken een alternatief plekje waar ze zich kunnen vestigen. De meeste vaatplanten kunnen deze locaties niet bereiken. Onder de muurflora bevinden zich veel varens. Met hun lichte en kleine sporen kunnen zij deze plekken wel koloniseren.
Muurplanten zijn aangepast aan extreme condities: het milieu kan erg schommelen in vochtgehalte en temperatuur en een bodem ontbreekt. Muurbloem (Erysimum cheiri), Klein glaskruid (Parietaria judaica) en Plat beemdgras (Poa compressa) komen voor op stikstofrijke, warme en zonnige plaatsen. Tongvaren (Asplenium scolopendrium) en Steenbreekvaren (Asplenium trichomanes) vind je daarentegen op min of meer vochtige en niet zuidwaarts gerichte kalkhoudende muren.
Zeldzame muurflora
De Nederlandse muurflora bevat een aantal zeldzame en beschermde soorten (foto’s 2-6). Een belangrijk deel hiervan betreft varens afkomstig uit de Streepvarenfamilie zoals Groensteel, Noordse streepvaren, Schubvaren, Steenbreekvaren, Tongvaren en Zwartsteel. Streepvarens hebben allen lijn- of streepvormige sporenhoopjes (sori) aan de onderzijde van de bladeren. Asplenium is afkomstig van het Griekse woord Asplénon (=miltkruid). Streepvaren werd tot in de Middeleeuwen gebruikt tegen miltziekten.
Tot de zeldzame muurflora behoren ook verwilderde sierplanten, zoals Muurbloem, Gele helmbloem, Stengelomvattend havikskruid en Muurleeuwenbek.
Successie
Op muren vindt er een successie plaats van de aanwezige vegetatie. De voegen van pas gemetselde muren zijn hard en basisch (hoge pH), vanwege de kalk in het cement. Het duurt tientallen jaren voordat de muur zuurder wordt en er kleine spleetjes en holletjes in het cement en de stenen ontstaan. Muursterretje (Tortula muralis), Gewoon zijdemos (Homalothecium sericeum), Muursnavelmos (Rhynchostegium murale) en Gewoon muisjesmos (Grimmia pulvinata) zijn als eerste (sporen-)planten op verweerde muren te vinden.
Van de hogere vaatplanten zijn Muurvaren (Asplenium ruta-muraria) , Muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis) algemeen voorkomende soorten, die als een pionier verweerde muren koloniseren. Ook de zeldzamere en beschermde Gele helmbloem (Pseudofumaria lutea) koloniseert in dit stadium muren. Tongvaren en Steenbreekvaren komen in een iets later stadium voor wanneer de muur verder is verweerd en zuurder is geworden.
Bedreigingen van de muurflora
Ruïnes zijn ondenkbaar zonder muurplanten. Oude verweerde muren bieden immers de ideale groeiplaats voor muurflora. De kenmerkende muurplanten maken gebruik van dit geschikte substraat als groeiplaats zonder schade aan te richten. Het verval van muren is een proces dat ook zonder muurplanten plaatsvindt. Vlinderstruik, Vijg en Klimop vind je ook regelmatig op muren, hoewel dit geen typische muurplanten zijn. Zij kunnen de muur echter wél schade toebrengen.
De belangrijkste oorzaak voor de achteruitgang van muurplanten en geschikte muurmilieus zijn de aard van herstel, renovatie en restauratie van muren (Maes et al. 2011). Om oude gebouwen te behouden dienen zij gerestaureerd te worden. Alles gebeurt zeer grondig, vaak grootschalig met te hard cement waardoor het gebouw er weer als ‘nieuw’ uitziet. Ook worden traditionele bakstenen muren vervangen door betonconstructies met of zonder een bakstenen voorwand. Regenpijpen worden van de muren afgeleid in plaats van er naartoe, zoals vroeger het geval was. Door deze ingrepen verandert de muur van constructie, materiaal en vochtigheid. De renovaties en restauraties hebben ook hun invloed op de historische bouwwerken/muren zelf. Tevens zorgt de drang naar netheid ervoor dat op veel muren de aanwezige muurbegroeiing grondig wordt afgekrabd, gespoten en gestoken.
Naast muurplanten verdwijnen ook zaad- en sporenbronnen, die noodzakelijk zijn voor de verspreiding van muurplanten. Samen met de muurflora verdwijnt de romantiek, de natuur- en cultuurhistorische waarde en sfeer van de locatie. Het kan tientallen jaren tot meer dan een halve eeuw duren voordat de muurflora zich weer heeft hersteld. Zeldzame soorten kunnen blijvend verdwenen zijn.
Herstel van muren met behoud van de flora
Dankzij inventarisaties van FLORON-vrijwilligers, muurplantenwerkgroepen en adviesbureaus weten we waar beschermde en zeldzame muurplanten voorkomen. Dankzij deze gegevens kan een gemeente of particuliere eigenaar rekening houden met het behoud van de aanwezige muurflora.
Zo is het goed om muren in gedeelten te renoveren. De locaties waar muurplanten staan, kunnen tijdens de werkzaamheden worden afgeschermd. Het is ook mogelijk om een gedeelte van de muur met de aanwezige beschermde muurplanten tijdelijk te verplaatsen. Na de renovatiewerkzaamheden wordt het stuk muur teruggeplaatst. Ook kan men om muurplanten populaties heen werken, zonder dat de functionaliteit van de muur verstoord wordt. Wanneer grootschalig herstel noodzakelijk is, is het verwijderen van muurplanten vaak onvermijdelijk. Zeldzame soorten kunnen mogelijk via transplantatie behouden blijven.
Deze maatregelen kunnen goed uitpakken ter behoud van de aanwezige populaties, maar vaak houdt men een verarmde vorm van de muurvegetaties over (Maes et al. 2011).
Langs de Rotte heeft de gemeente Rotterdam in 2014 een bijzonder project uitgevoerd om de plantengroei op nieuwe muren te stimuleren door voor de kademuur een soort spouwmuur gevuld met vochtvasthoudend substraat te bouwen.
Literatuur
Maes, B. & Krüse, H. (2011) Beschermde muurplanten. Ecologische en technische maatregelen bij beheer en behoud. Praktijkreeks Cultureel Erfgoed. Aflevering 17, no. 48. Sdu Uitgevers BV.
Schaminée J., Sýkora K., Smits N. & Horsthuis, M. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland. KNNV Uitgeverij, Zeist.
Weeda, E. J., Westra, R., Westra, Ch. & Westra, T. (2003) Nederlandse Oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties 1. 1e druk 1985. KNNV Uitgeverij en IVN.
Onderzoek naar muurplanten op het web
Monitoring van muurplanten op de manier van het FLORON Meetnet Muurplanten
Monitoring van muurplanten
Algemeen
Renovatie en nieuwbouw